De omvang van het wetsvoorstel overige fiscale maatregelen (OFM) 2019 is dit jaar beperkter dan andere jaren het geval was. Het gaat om de volgende voorgestelde maatregelen:



  • de vrijstelling voor pleegvergoedingen wordt verlengd;

  • de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt aangepast om de Belastingdienst de mogelijkheid te geven om kentekengegevens te verwerken;

  • de Invorderingswet wordt aangepast om verhaalsconstructies aan te pakken;

  • een aantal technische wijzigingen.

Verlenging geldigheidsduur vrijstelling pleegvergoedingen
De vrijstelling voor pleegvergoedingen in de Wet op de inkomstenbelasting vervalt in beginsel per 1 januari 2019. Deze vrijstelling moet voorkomen dat bij het bieden van pleegzorg aan meer dan drie kinderen sprake is van een bron van inkomen doordat de pleegvergoeding mogelijk uitgaat boven de kosten die de pleegouders maken. Het kabinet wil een evaluatie van de vrijstelling afwachten voordat wordt besloten de vrijstelling definitief te maken. Vooruitlopend daarop wordt voorgesteld de vrijstelling voort te zetten in 2019.


Verwerken van kentekengegevens in de motorrijtuigenbelasting (MRB)
Voor de heffing van MRB is de verwerking van kentekengegevens noodzakelijk. Onder kentekengegevens worden verstaan het kenteken, de locatie, de datum en het tijdstip van vastlegging en eventueel een foto van het motorrijtuig. Kentekengegevens zijn persoonsgegevens als bedoeld in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Persoonsgegevens mogen alleen worden verzameld voor bepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. Met dit voorstel wordt geregeld dat de Belastingdienst kentekengegevens met camera’s en andere technische hulpmiddelen mag vastleggen. Het gaat onder meer om camera’s met automatische nummerplaatherkenning (ANPR). De Belastingdienst is op grond van de voorgestelde wetsbepaling bevoegd om kentekengegevens te verwerken.


Invorderingswet 1990
De Belastingdienst wordt bij de inning van belasting geconfronteerd met ingewikkelde constructies om belastingbetaling te ontlopen. Voor deze verhaalsconstructies worden vaak complexe (internationale) bedrijfsstructuren gebruikt zodat de Belastingdienst geen zicht meer heeft op het vermogen van de belastingschuldige. Ook eenvoudige constructies komen voor, bijvoorbeeld de schuldenaar die zijn vermogen aan zijn kinderen schenkt om belastingbetaling te ontlopen. Dit wetsvoorstel bevat vier invorderingsmaatregelen die zijn bedoeld om verhaalsconstructies aan te pakken. Het gaat om een invoering van aansprakelijkheid van begunstigden, uitbreiding van de aansprakelijkheid van erfgenamen, een alternatieve wijze van bekendmaking van een aanslag en uitbreiding van de informatieverplichting. Voor aansprakelijkheid van een begunstigde moet aan drie vereisten zijn voldaan:



  1. De handeling die leidt tot de begunstiging is onverplicht verricht.

  2. De Belastingdienst is door die handeling benadeeld in zijn verhaalsmogelijkheden.

  3. De belastingschuldige en de begunstigde hebben wetenschap van de benadeling.

De aansprakelijkheid is beperkt tot het bedrag van de begunstiging.


Uitbreiding verhaalsmogelijkheden op erfgenamen
Erfgenamen zijn met hun hele privévermogen aansprakelijk voor schulden van de erflater. De Invorderingswet begrenst deze aansprakelijkheid voor navorderings- en naheffingsaanslagen en aansprakelijkheidsschulden die zijn opgekomen na het overlijden van de belastingschuldige. In die gevallen kan de Belastingdienst een erfgenaam niet verder aanspreken dan tot het bedrag dat hij als erfenis heeft ontvangen. Deze begrenzing biedt mogelijkheden om belasting te ontlopen door kort voor overlijden vermogen te schenken aan erfgenamen. De aansprakelijkheid van de erfgenamen is daardoor zinloos. De aansprakelijkheid wordt uitgebreid met het bedrag aan schenkingen dat een erfgenaam binnen 180 voor het overlijden van de erflater heeft ontvangen. De uitbreiding geldt niet voor vrijgestelde schenkingen.


Alternatieve wijze van bekendmaking aanslag
De Belastingdienst maakt een belastingaanslag bekend door verzending of uitreiking van het aanslagbiljet aan de belastingschuldige. Als de belastingschuldige geen natuurlijke persoon is en niet langer bestaat, is bekendmaking niet mogelijk. De Belastingdienst kan dan geen invorderingsmaatregelen nemen. De alternatieve wijze van bekendmaking bestaat uit de uitreiking of verzending van het aanslagbiljet aan het Openbaar Ministerie bij de rechtbank. De aanslaggegevens worden daarna in de Staatscourant gepubliceerd.


Uitbreiding informatieverplichting
De bestaande informatieverplichting voor de belastingschuldige en de aansprakelijk gestelde levert soms niet genoeg informatie op om een aansprakelijkstelling voldoende te onderbouwen. Daarom wordt voorgesteld om potentieel aansprakelijken te verplichten desgevraagd informatie voor de invordering aan de Belastingdienst te verstrekken. Potentieel aansprakelijken zijn personen ten aanzien van wie de Belastingdienst aanwijzingen voor aansprakelijkheid heeft. De uitbreiding van de informatieverplichting geldt alleen voor de specifieke personen die aansprakelijk gesteld kunnen worden, zoals de inlener van personeel, de bestuurder en de aanmerkelijkbelanghouder.


Overtredersbegrip in de fiscaliteit
De Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit heeft het overtredersbegrip voor belastingen en toeslagen uitgebreid met de doenpleger, de uitlokker en de medeplichtige. Deze uitbreiding geldt op grond van de in de wet opgenomen horizonbepaling met ingang 1 januari 2019. Voorgesteld wordt om de horizonbepaling op te schuiven tot 1 januari 2024.