Het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat beide partijen bevoegd zijn de arbeidsovereenkomst per direct op te zeggen om een dringende reden. Die dringende reden dient onverwijld aan de wederpartij te worden medegedeeld. Als dringende redenen voor een ontslag op staande voet worden beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen die tot gevolg hebben dat van de wederpartij niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Het zich ondanks waarschuwing door een werknemer overgeven aan dronkenschap wordt in de wet expliciet als een dringende reden voor ontslag genoemd.

Bij de beoordeling van de vraag of van zich een dringende reden voordoet, moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen. Met persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals leeftijd en de gevolgen van ontslag, moet rekening worden gehouden. Andere omstandigheden zijn de aard en de ernst van de verweten gedraging, de aard en duur van de dienstbetrekking en de wijze waarop de werknemer die dienstbetrekking heeft vervuld.

Een gemeenteambtenaar met een alcoholverslaving heeft in dronken toestand deelgenomen aan een online vergadering, waarbij ook externe personen aanwezig waren. De werknemer was eerder in verband met drankmisbruik door de werkgever gewaarschuwd. Dat de alcoholverslaving van een werknemer als een ziekte moet worden beschouwd is niet in geschil. De werkgever kan niet opzeggen gedurende de tijd dat de werknemer ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, tenzij dit twee jaar heeft geduurd. Het opzegverbod bij ziekte geldt niet bij een ontslag op staande voet.

Wel kan de ziekte een van de persoonlijke omstandigheden zijn, die in de beoordeling of zich een dringende reden voordoet wordt betrokken. Volgens een arrest van de Hoge Raad uit 2004 kan niet in zijn algemeenheid worden gezegd dat de gevolgen van een alcoholprobleem bij de beoordeling van een dringende reden voor rekening van de werknemer komen.

Gezien de eerdere incidenten met alcohol van de werknemer had de gemeente moeten beseffen dat wellicht sprake was van een verslaving en daarmee van een ziekte. Het had op de weg van de gemeente als goed werkgever gelegen om met de werknemer in gesprek te gaan en om de bedrijfsarts in te schakelen.  

Hof Arnhem-Leeuwarden is van oordeel dat de vereiste dringende reden voor een ontslag op staande voet in deze casus ontbreekt. Vanwege de ziekte van de werknemer is een ontslag op andere gronden niet mogelijk.