De minister van SZW heeft onderzoek laten doen naar verbeteringen in het stelsel van kindregelingen. Dat stelsel bestaat uit de kinderbijslag en het kindgebonden budget. Deze regelingen worden uitgevoerd door twee uitvoerders. De kinderbijslag wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank en het kindgebonden budget door de Dienst Toeslagen. Beide regelingen zijn met elkaar verbonden omdat het recht op kinderbijslag een voorwaarde is voor het recht op kindgebonden budget.

Volgens het onderzoek is een belangrijke eerste stap naar een structurele oplossing het vervangen van de bestaande regelingen door één regeling. Twee basisvarianten zijn op hoofdlijnen uitgewerkt. De eerste variant is inkomensonafhankelijk.
De tweede variant is inkomensafhankelijk. Binnen deze variant zijn subvarianten mogelijk, namelijk een volledig inkomensafhankelijke regeling en een gedeeltelijk inkomensafhankelijke regeling. De laatste bestaat uit een basisbedrag voor alle ouders en een inkomensafhankelijke verhoging voor sommige ouders.

Een inkomensonafhankelijke regeling biedt ouders de zekerheid over het bedrag, dat zij ontvangen. Het probleem van hoge terugvorderingen en het niet-gebruik van het huidige toeslagenstelsel wordt daarmee opgelost. Wel gaat de mogelijkheid verloren om gezinnen met een lager inkomen gericht extra te ondersteunen. Een volledig inkomensafhankelijke regeling biedt wel gerichte ondersteuning. Om aan te sluiten bij de actuele financiële situatie zou mogelijk met voorschotten gewerkt moeten worden. Dit biedt echter geen zekerheid over de hoogte van de bijdrage. Het opnemen van een inkomensonafhankelijk basisbedrag verhoogt de zekerheid, maar maakt de regeling minder gericht.

Welke keuzes gemaakt worden is aan het volgende kabinet.