Bij de Eerste Kamer zijn de wetsvoorstellen van het Belastingplan 2024 in behandeling. De staatssecretaris van Financiën heeft de nota's naar aanleiding van het verslag met betrekking tot deze wetsvoorstellen naar de Kamer gestuurd. In de nota naar aanleiding van het verslag betreffende het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 gaat de staatssecretaris in op vragen en opmerkingen van de verschillende fracties in de Eerste Kamer.

De staatssecretaris verwacht niet dat de overdracht van familiebedrijven door dit wetsvoorstel moeilijker wordt gemaakt. De voorgestelde aanpassingen van de bedrijfsopvolgingsregeling zijn bedoeld om de regeling doelmatiger en beter uitvoerbaar te maken en minder aantrekkelijk voor onbedoeld gebruik.

De staatssecretaris geeft aan dat de keuze voor de invoering van een minimumleeftijd van 21 jaar voor de doorschuifregeling bij schenking van een aanmerkelijk belang enigszins arbitrair is. Bij een verkrijging op jongere leeftijd zal minder snel sprake zijn van een reële bedrijfsopvolging. De keuze voor 21 jaar is ingegeven door de gedachte dat de bedrijfsopvolger na het bereiken van de meerderjarigheid tijd moet hebben gehad om werkervaring op te doen. Daarbij is aansluiting gezocht bij de termijn van drie jaar van de dienstbetrekkingseis die nu wordt afgeschaft.